Lorena Wiebes: “Of het fijn is om meteen te kunnen bevestigen als snelste sprinter? Het is toch een heel goed gevoel, ja. Dit was een eerlijke sprint. Elk op onze kant sprintten we tegen de wind in. Om dan zo te kunnen winnen, dat doet deugd ja. Ik ben blij dat mijn sprint nog steeds op een hoog niveau zit. Maar er komen normaal nog twee sprints aan. Dus ik ga niet op mijn lauweren rusten.”

“De laatste kilometers was het chaotisch, maar dat was te verwachten. Mijn ploeggenoten positioneerden ons perfect, waardoor we goed door de laatste bocht gingen. Marta Lach en Barbara Guarischi zorgden voor een prima lead-out en zetten me op het goede moment af. Charlotte Kool kwam van achteruit met veel snelheid, dus ik moest haar eerst bijbenen. Daarna voelde ik de kracht tot aan de finishlijn en kon ik het afmaken. Dit geeft een boost. Dit is een mooie wedstrijd, met veel goede sprinters aan de start. Het is fijn dat we op die manier enkele mooie sprintbattles krijgen”, aldus Wiebes, die ook de eerste rode leiderstrui aan mocht.