“Ik ben supermoe! Meer dan 100 km in de kopgroep vandaag, dus mijn hoofd en benen zijn nu écht leeg,” gaf Lach meteen na de finish toe.
“Het plan vandaag was om in de vroege vlucht te geraken, en dat is goed gelukt. We waren met het hele team actief vanaf de start, en enkelen probeerden aan te vallen. Toen vond ik het juiste moment om weg te springen en volgden een paar dames me. Zo gingen we slechts met vijf rensters verder.”
“Op de beklimmingen moest ik mijn eigen tempo rijden; daarom zat ik altijd vooraan. Ik wilde ook de tussensprints winnen, er was een horloge te winnen. Toen ik effectief in de kopgroep zat, dacht ik: waarom niet gaan voor dat horloge? Dat was zeker een mooi extraatje,” lachte Marta.
“De bolletjestrui was niet ons hoofddoel, maar doordat ik telkens het tempo bepaalde op de klimmetjes, pakte ik automatisch de punten. Het is leuk om deze trui te mogen dragen. We zullen zien hoever ik hiermee kan gaan.”
“Tijdens de rit moest ik de motivatie bij de medevluchters hoog houden. We waren met z’n vieren, maar feitelijk maar met drie. Amber Kraak nam niet echt over, wat ik begrijp. Dus nam ik telkens het voortouw om de vlucht levendig te houden.”
“Ik wist dat Amber op de laatste klim zou aanvallen, maar ik moest mijn tempo vasthouden, anders was ik volledig door mijn krachten gegaan en waarschijnlijk niet eens in de top tien geëindigd. Ik probeerde nog wel aan te sluiten, maar kwam niet veel dichterbij. Op het vlakke kon ik mijn snelheid goed volhouden en verloor ik verder geen tijd meer.”
“De laatste bocht was nog spannend: ik reed rechtdoor. Ik wist dat hij tricky was, maar na zo’n zware dag werkten mijn hoofd en benen niet meer goed samen en miste ik de aanwijzingen van de seingever. Gelukkig had ik een grote voorsprong, dus het had geen grote gevolgen.”
“Ik ben zeer tevreden over vandaag en ga met goede energie de laatste twee etappes in!”